Motorbootvaren door een wijnregio met spectaculaire natuur
Een machtige rivier door een enorm natuurgebied, een taal waar je niets van kunt maken en een volstrekt uniek wijngebied: varen door Hongarije is een outdoor-avontuur zoals je dat bijna nergens anders meer kunt beleven.
Met onze Nicols-houseboat vertrekken we vanuit Kisköre, een klein stadje aan het Tisza-meer, op twee uur rijden van Budapest. De Tisza-rivier, een van de langste rivieren van Centraal-Europa, stroomt door Hongarije en mondt uiteindelijk uit in de Donau. Onze tocht voert door een rustige regio vol natuurgebieden, historische stadjes en traditionele wijngaarden. In dit landschap leren we het rijke culturele en culinaire erfgoed van Hongarije kennen.
Vertrekbasis in Kisköre
Onze reis begint op de basis in Kisköre, aan het kunstmatige Tisza-meer. Dit meer, oorspronkelijk aangelegd voor overstromingsbeheer, is in de loop der jaren uitgegroeid tot een populaire bestemming voor natuurliefhebbers uit Hongarije. Het meer heeft een oppervlakte van 127 km², een lengte van 27 kilometer en een diepte tot 17 meter. Hier zijn bootjes te huur, kun je vissen of mooie fietstochten maken langs de wild begroeide oever.
De verhuurbasis zelf is modern en goed uitgerust. We bekijken er een introductiefilm over het vaargebied en krijgen uitleg over navigatiehulpmiddelen, zoals de NaviBoat-app en de Tavihar-app die weerwaarschuwingen in stoplichtkleuren geeft. Na een korte uitleg over de boot en de vaarroute kunnen we op weg.
Vissersdorp Tiszafüred
Als de zon doorbreekt en de mist langzaam verdwijnt, varen we richting Tiszafüred, een stad die 30 km stroomopwaarts ligt en de hoofdstad van het Tisza-meer wordt genoemd. Langs de oevers staan vakantiehuisjes en vissershutten, en om de paarhonderd meter zien we wel een vissersbootje met geduldige mannen in groene schutkleuren. De oevers zijn omzoomd met rietkragen, met daarachter een eindeloos bos waar we de hele dag langsglijden.
"Tiszaújváros is bekend vanwege zijn natuurlijke thermale baden"
In Tiszafüred maken we gebruik van een eenvoudige aanlegplek en brengen we de avond door in de stilte van de natuur. Alleen het geruis van het riet, het zachte klotsen van de rivier en het gekwaak van kikkers vullen de lucht. Als het donker invalt, worden we getrakteerd op een heldere sterrenhemel. Het is pas onze eerste nacht op het water, maar de kalme omgeving heeft nu al effect. In alle rust lezen we een boekje en daarna vallen we in een diepe slaap.
Thermale baden
We gooien de trossen los en zetten onze tocht voort naar Tiszaújváros, 60 km stroomopwaarts. Als de veerpont van Tiszadorogma in zicht komt, geven we een 4 seconden lange stoot met de luchthoorn. De pont zit aan een kabel en als hij vaart komt de kabel omhoog. We moeten dus even rustig wachten tot de schipper met zijn witte vlag zwaait als teken dat we veilige verder kunnen.
Tiszaújváros is vooral bekend vanwege zijn natuurlijke thermale baden die gevuld worden door mineraalrijk water dat van 1200 meter diepte omhoogkomt. Het water heeft een temperatuur van ongeveer 65 °C en het complex heeft meerdere zwembaden, zonneweiden, sportvelden en speelplaatsen. Helaas treffen wij een gesloten poort. In het voor- en naseizoen is het thermale bad helaas minder vaak open dan op Google Maps staat aangegeven.
Tiszaújváros werd door de verhuurder omschreven als ‘Mordor’, vanwege de enorme verlaten elektriciteitscentrale die er bijna dreigend uitziet. Het is de enige industrie die we de hele week tegen zullen komen. Gefascineerd fietsen we via de verlaten fabrieksterreinen de stad in, waar de betonflats een glimp geven van het Sovjetverleden van Hongarije. Op de terugweg strijken we neer bij restaurant Sziget Csárda, dat geroemd wordt om de authentieke Hongaarse gerechten. Helaas wil het personeel duidelijk graag naar huis en steken ze weinig liefde in het diner.
"Even lijkt het of ze de brug volledig moeten demonteren"
Als we verder varen worden we al snel weer omringd door bos. Na een paar uur varen stuitten we op een pontjesbrug. We laten een paar keer een hoornsignaal horen, en na een kwartiertje zien we een man of vier in rode werkjassen de brug oplopen. Ze beginnen aan van alles te sjorren en even lijkt het of ze de brug volledig moeten demonteren. Uiteindelijk vaart een deel van de brug opzij en wuift een man vrolijk met zijn witte vlag ten teken dat we kunnen passeren.
Sovjetsluis in Tiszalök
We komen bij Tiszalök waar we onder de indruk zijn van een massieve sluis uit een grijs verleden. Het bouwwerk is de op een na krachtigste waterkrachtcentrale van Hongarije en werd in 1959 voltooid. Aan de bouw werkten Hongaars-Duitse krijgsgevangen mee die door de Sovjets gevangengenomen waren. Terwijl we 4 meter stijgen, voelen we ons klein en nietig tussen de machtige betonmuren.
Tiszalök is ook bekend om zijn prachtige natuurrijke omgeving, waardoor de sluis misschien nog wel extra opvalt. Net buiten het stadje bevindt zich het Tiszalök Arboretum, dat in de lente en zomer tot leven komt met allerlei bloeiende bomen en planten.
We varen verder en laveren om een aantal takken en bosjes waterplanten heen. Bij een van de laatste bochten voor Tokaj is een ondiepte die is aangegeven met rode tonnen, waar we ruim omheen varen. Even later leggen we aan in Tokai, bij een tweede vertrekbasis onze verhuurder.
Wijnregio Tokaj
Tokaj is een UNESCO-werelderfgoed-regio met 600 wijnproducenten en 27 wijndorpen die Tokaj-wijn produceren. Dit heuvelachtige gebied heeft een rijke bodem die bestaat uit een opeenhoping van vulkaanresten en löss, wat het bijzonder geschikt maakt voor druiventeelt. De Tokaji Aszú is een zoete dessertwijn, die ontstaat uit ‘edele rotting’, een proces waarin een schimmel de schil van druiven aantast. Dit vormt de basis voor een bijzonder smaakvolle dessertwijn.
"Quality wines, not expensive at all"
Als we Tokaj binnenwandelen bezoeken we de beroemde Rákóczi-kelder, waar karakteristieke Tokaj-wijnen geproduceerd worden. Een oudere man zit in de tuin en proeft aandachtig van een glas witte wijn. "It’s amazing. They have all kinds of quality wines, and it's not expensive at all!", belt hij met het thuisfront. Terwijl we door het plaatsje lopen, zien we gezellige proeflokalen en cafés, maar ook een wijnautomaat waar je voor 300 Hongaarse flora, 75 eurocent, een literfles kunt vullen.
Tokaj heeft meer te bieden dan wijn. Zo is er een culturele wijk in het centrum met een voormalig synagogegebouw, dat nu dienstdoet als cultureel- en conferentiecentrum. In het Paulay Ede Theater worden theaterstukken en optredens opgevoerd die de culturele tradities van de stad weerspiegelen. In het Wereldwijnmuseum ontdekken we de geschiedenis van Hongaarse en Europese wijnregio’s en leren we over het belang van de Tokaj-wijnen in de Hongaarse cultuur.
"Traditie en passie voor wijn gaan hand in hand"
De rest van de dag dwalen we door de charmante straatjes, strijken we neer op een terras en genieten we van een glas Tokaj-wijn in de schaduw van een paar oude bomen. Dit is een plek waar traditie en passie voor wijn hand in hand gaan.
Peddelen op één knie
Als we terug zijn op de boot breekt de zon door en zien we van alle kanten mensen in een soort kano's klimmen. Er wordt gepeddeld op één knie, met de andere voet voor om goed kracht te kunnen zetten. Vanaf de flybridge hebben we uitzicht over een steile heuvel vol wijnranken waar druivenplukkers aan het werk zijn.
We hebben een dag de tijd genomen voor Tokaj, en daardoor is onze tijd in de wijnregio op. De eerste 3 dagen hebben we 15 uur gevaren en nu moeten we terugvaren om de boot op tijd in te leveren bij de vertrekhaven. We willen ook nog tijd overhouden voor het merengebied in de buurt Kisköre dus besluiten we in één dag zo ver mogelijk terug te varen.
Hortobágy National Park
De terugweg brengt ons langs een paar van de mooiste natuurgebieden van Hongarije, waaronder het Hortobágy National Park. Dit UNESCO-werelderfgoedgebied is de grootste zoute steppe van Europa en een van de meest biodiverse gebieden in het land. Het landschap is uitgestrekt en verlaten, met een ruige charme die ons het gevoel geeft terug in de tijd te zijn gevaren.
Op de unieke steppenvlakte zien we kuddes Hongaarse grijze runderen en de kenmerkende Racka-schapen met hun gedraaide horens. Het park biedt ook onderdak aan talloze vogelsoorten, waaronder aalscholvers, reigers en kraanvogels.
Het Tisza-meer
Onze laatste dagen aan boord brengen we door op het Tisza-meer. Dit meer wordt vaak vergeleken met het grotere Balaton-meer, maar het Tisza-meer is een stuk rustiger en ver weg van massatoerisme. Bij het plaatsje Sarud vinden we een groot aquapark met watertrampolines, aquaglides, plus mogelijkheden om te wakeboarden of een (zeil)bootje te huren. Een handige plek voor gezinnen met kinderen, met een kindvriendelijk strand en andere faciliteiten zoals een trampolinepark en terrassen aan het water.
Het meer is omgeven door bossen en vogelreservaten die ideaal zijn voor een mooie fietstocht. We volgen een deel van de 65 kilometer lange route rond het meer en genieten van het uitzicht over de vele eilandjes en de rustgevende natuur.
Het ecotoerismecentrum in Poroszló is een leuke attractie voor mensen met interesse in de onderwaterwereld. Dit is het grootste privé zoetwateraquarium van Europa, met een oppervlakte van meer dan 4.000 m2, 70 tanks met 3 miljoen liter water en 6.000 dieren, waaronder een interessante collectie steuren.
Gegrilde meerval
‘s Avonds leggen we aan in Abádszalók voor een diner in Lilaakác Kisvendéglő, een lokaal restaurant dat traditionele Hongaarse gerechten serveert. Met haar geruite tafelkleedjes en houten betimmering doet het interieur Oostenrijks aan.
In het restaurant genieten we van verse gegrilde meerval uit de Tisza, met cantharellensaus en een dessert van flensjes met maanzaad en kersen. We drinken er een glaasje droge witte Tokaj-wijn bij en sluiten de avond in het gezellige restaurantje af met Palinka, een sterke zuivere Hongaarse brandewijn.
Tisza-meer
Onze laatste nacht brengen we midden op het stille Tisza-meer door, terwijl we vastgeknoopt liggen aan één van de meerboeien. De avondschemering schildert de hemel zachtroze en paars, en het enige geluid is het zachte klotsen van het water tegen de boot. De kalme en ongerepte natuur om ons heen, vormt de perfecte afsluiting van ons avontuur op de Tisza.
Praktische informatie
Beste vaarseizoen
Het vaarseizoen loopt van april tot oktober, met de drukste tijd in juli en augustus. De temperaturen kunnen in de zomermaanden hoog oplopen, wat ideaal is voor een plons in het meer, of voor één van de watersporten die je op het Tisza meer uit kunt proberen.
"Lichten gaan knipperen bij plotselinge weersveranderingen"
Navigatie en veiligheid
De NaviBoat-app biedt duidelijke kaarten en routes, en de TiVihar-app toont waarschuwingen voor wind op het meer. Op het Tisza-meer zorgen knipperende lichten voor extra waarschuwingen bij plotselinge weersveranderingen. Je hebt geen vaarbewijs nodig om hier goed uit de voeten te kunnen.
Aanlegplaatsen
Eenvoudige maar goede aanlegplaatsen vind je bij dorpen zoals Tiszafüred, Sarud, en Abádszalók. Het aantal jachthavens en aanlegplekken is beperkt, maar liggen wel goed verspreid over het gebied.
Zelf een boot huren in Hongarije?
Bekijk het aanbod van Vakantiesophetwater
Activiteiten
Het EcoCenter in Poroszló heeft tentoonstellingen over het gebied en het grootste zoetwateraquarium van Europa. Tokaj biedt wijnproeverijen in het plaatsje zelf en bij de historische wijngaarden. Hortobágy is een aanrader voor vogelspotters.
Tip: bezoek Boedapest
Combineer je vaarvakantie met een dagje Budapest, waar je waarschijnlijk op zult vliegen. Deze schitterende stad aan de Donau, die opbloeide als hoofdstad van het Habsburgse koninkrijk Hongarije, heeft meer dan genoeg te bieden voor een bezoek van 1 of meer dagen.