Zinderend hete vaartocht door Zuid-Frankrijk
Een vaartocht over het Canal de Garonne en de Baïse, stond nog op ons lijstje. Terwijl een hittegolf Europa teistert, overwinnen wij enorme kanaalbruggen op het snijvlak van de regio’s Nouvelle-Aquitaine en Occitanie.
Varen door Aquitaine
Niet ver van de plek waar het Canal de Garonne en de Baïse elkaar kruisen, vinden we Le Mas d'Agenais. Hier ligt een motorboot klaar van verhuurbedrijf Le Boat, voor een tocht over het lateraalkanaal van de Garonne richting Moissac. Althans, dat is de bedoeling. We schepen in op de ‘Magnifique’, een boot van 14,5 meter met in totaal vier hutten. Die hutten hebben we nodig, want we stappen aan boord met maar liefst vier volwassenen en drie kinderen.
“Le Mas d'Agenais werd wereldnieuws door een heuse Rembrandt”
Rembrandt in Le Mas d’Agenais
Le Mas d'Agenais is een plaatsje van nog geen 1500 inwoners, maar werd even wereldnieuws toen bleek dat in het plaatselijke kerkje een heuse Rembrandt aan de muur hangt. De waarde van het schilderij wordt geschat op zo’n 90 miljoen euro en schijnt via een officier van Napoleon in Le Mas terecht gekomen te zijn. Bijzonder aan het Nederlandse kunstwerk is dat een nog levende jezus aan het kruis is geportretteerd. Na een bezoek aan de koele kerk, nemen we plaats op een terras onder de markthal, waar we borrelen, dineren en eindeloos blijven hangen tot de temperatuur langzaam, heel langzaam, begint te dalen.
Proviand bij E.Leclerc
De volgende dag slaan we groots in bij de E.Leclerc in Tonneins. Voor een hele week boodschappen doen met zo’n grote groep is onmogelijk, maar we doen een goede poging. Met volle auto's keren we terug, ruimen de boot in, en starten de motor. Als onderdeel van ons hitteplan staat een recreatieplas bij Damazan op het programma. Een uitdaging is alleen dat tijd voor de jongsten aan boord een lastig begrip is. ‘Wanneer gaan we zwemmen?’, is dan ook een vraag die al na een half uur opkomt. Gelukkig wordt het eerste gedeelte van het kanaal omgeven door bomen waardoor we niet volledig wegbranden in de middagzon.
Canal de Garonne
Met onze 3.1 meter kruiphoogte passen we maar net onder de bruggen van het Canal de Garonne. Bij iedere brug moeten daarom snel de dekparasols omlaag, en moet iedereen op tijd bukken. Om er weer even in te komen, doen de volwassenen de eerste sluizen. Later mogen de kids meehelpen. Toch gaan er – zoals altijd bij de eerste sluizen van een vaarvakantie – wat kleine dingen mis. Zo blijkt een lijn die belegd had moeten zijn los te liggen, waardoor de voortros opnieuw moet worden geworpen. Op deze manier kunnen wij als volwassenen goed laten zien hoe het niet moet.
Ligplaats bij Damazan
Hoe verder we varen, hoe meer wildlife. Roofvogels cirkelen hoog boven ons en een waterslang kronkelt snel zijn weg richting de oever. De jonge crew leert ondertussen onder begeleiding sturen, en pikt dat razend snel op. Vlak voorbij Damazan zoeken we een ligplaats aan het kanaal. De recreatieplas is een kilometer lopen, maar dan heb je ook wat. Je kunt hier waterskiën, zwemmen of gewoon lekker op een terrasje hangen. Wij komen puur voor de verkoeling, dus varen we na een korte zwempartij weer verder.
“Een grommende Brit stelt zich op als havenautoriteit”
Buzet-sur-Baïse
De bestemming van de dag is Buzet-sur-Baïse, waar het Canal de Garonne en de Baïse samenkomen. We leggen aan in een rommelig haventje met een terras. Onze ene buurman blijkt een grommende Brit die zich opstelt als havenautoriteit, maar het niet is. De andere buren komen uit Californië, zitten al flink in de olie en hebben vermakelijke gesprekken. Ook op het terras is van alles aan de hand. Vanaf onze flybridge kijken we gefascineerd naar de dynamiek in het bijzondere haventje, tot het ’s nachts eindelijk een beetje af begint te koelen.
Tussenstop in Serignac
We zetten koers richting Agen en leggen ’s middags aan bij een schaduwrijke plek in Serignac. Tijdens een wandeling blijkt het dorp in diepe siësta. Gelukkig is de supermarkt open, dus hoeven niet zonder ijsjes terug te lopen. Als we verder varen wordt een parasol door de wind gegrepen en verdwijnt onder water. Nu hebben we nog maar één kleine schaduwplek over op het bovendek. Vooral in een sluis, waar geen zuchtje wind staat, is het verzengend heet. Degenen die voor- en achter de lijnen doen staan vol in de zon, en worden met een plantensproeier gekoeld.
“Een boheemse band op het terras speelt La Boheme”
Le Passage
Na een paar uur varen naderen we Le Passage. Hier liggen vier sluizen vlak achter elkaar vlak, gevolgd door het 539 meter lange aquaduct naar Agen. We moesten uiterlijk om 18 uur bij de eerste sluis zijn, want het duurt een uur om door Le Passage te komen en om 19 uur stopt de automatische bediening. Bij een mooie havenkom in Agen leggen we aan. Terwijl de zon achter de heuvel zakt, spelen de kinderen uren met de meegenomen sups. ‘s Avonds lopen het stadje in, waar palen met waterverstuivers verkoeling bieden. Het is duidelijk niet de eerste hittegolf die ze hier in Zuid-Frankrijk hebben gehad.
Kanaalbrug van Cacor
In Agen staan we voor een lastige beslissing. Ons plan was om verder te varen richting de 356 meter lange kanaalbrug van Cacor, en het oude plaatsje Auviller te bekijken. Vervolgens zouden we naar Moissac gaan om te genieten van een groot feest op 14 juli, de nationale feestdag. Maar omdat we moeilijk verkoeling kunnen vinden langs het kanaal, besluiten we helemaal terug te varen richting Buzet sur Baïse waar we de rivier de Baïse op kunnen. Op sommige plekken in de Baïse kun je namelijk zwemmen, iets wat in het stilstaande water van het Canal de Garonne niet zo’n fris idee is.
Baïse
De terugtocht over het aquaduct en de vier sluizen lijkt naar neerwaarts een stuk sneller te gaan dan omhoog. We kunnen vlotjes doorvaren tot we terug zijn bij Buzet, waar we een ligplaats vinden in de buurt van restaurant L'Île aux bateaux, bij de dubbele sluis richting de Baïse. In de warmverlichte restauranttuin speelt die avond een boheemse band een walsachtige versie van La Boheme. De jonge muzikanten zwepen elkaar op en betrekken het hele publiek erbij. Als ze stoppen, gaan ineens de lichten uit en knalt er spectaculair vuurwerk de lucht in.
"Iets verderop zien we een bever zwemmen"
Sluis bij Buzet
De volgende dag krijgen we een token van de sluiswachtster om de sluizen op de Baïse mee te bedienen. Via de dubbele sluis bij Buzet draaien we de meanderde bosrivier op. Hier komen we in een andere wereld. Reigers vliegen uiterst traag op als we aan komen varen en kikkers kwaken hun luidkeelse begroetingen, terwijl de roofvogels soms in drietallen biddend boven de boot hangen. Iets verderop zien we zelfs een bever wegzwemmen.
Bastidedorp Vianne
Bij de sluis van het plaatsje Vianne mag de jongste aan boord de kade op, om met de token de sluis in werking moet zetten. We vinden een mooi plekje aan een lange houten steiger, waar we zwemmen, suppen en afkoelen, tot de zon eindelijk achter de bomen zakt. Dan verkennen we het plaatsje dat veilig achter een bijna volledig intacte middeleeuwse muur ligt. Vianne blijkt een schitterend bastidedorp, met een gezellig oud stadsplein. Als het eenmaal donker is, stappen we terug aan boord om te genieten van de heldere sterrenhemel.
Gemaal uit 1287
De volgende ochtend halen we vers stokbrood. Ook lopen we één van de ingangspoorten van Vianne binnen waar we leren dat het plaatsje een Engelse oorsprong heeft. Hierna bekijken we het grote vervallen gemaal uit 1287, dat in 1850 met drie verdiepingen werd verhoogd, en zes paar door stoom aangedreven slijpstenen kreeg. Het versgemalen meel werd vanuit hier op schepen naar Bordeaux geladen en geëxporteerd. Inmiddels produceert de statige ruïne alleen nog elektriciteit.
"Het zou ons niets verbazen als hier een aapje langs komt slingeren"
Nerac
Tot een uurtje of elf is het de volgende ochtend nog te doen op de stilliggende boot, maar als zon hoog aan de hemel staat, maken we de trossen los om al varend schijnbare wind te creëren. Ons doel is Nerac, maar al na drie kilometer stuiten we alweer op het volgende schitterende dorpje. Kinderen in kano’s genieten van het stromende water, en terwijl we verder varen lijkt het bos steeds meer over de rivier heen te groeien. Takken hangen als lianen naar beneden en het zou ons niets verbazen als hier ineens een aapje langs komt slingeren.
Park van de Garenne
Na drie sluizen naderen we de sluis van Nerac. De temperatuur is ondertussen zo hoog opgelopen dat we meteen op de fiets vluchten richting Ludo parc, een buitenzwembad in de buurt. Nerac heeft slechts 6500 inwoners, maar die lijken allemaal tegelijk in het zwembad te liggen. Dus ontvluchten we het zwembad voor een verkoelende wandeling onder de eeuwenoude bomen van het koninklijke park van de Garenne. Het park behoorde in de 16e eeuw toe aan Hendrik IV en zijn echtgenote koningin Margot, net als het kasteel van Nerac waarvan de schitterende noordvleugel nog steeds bezocht kan worden.
Bombastisch feest
Op 14 juli begint het ’s avonds steeds drukker te worden langs de kades en op de bruggen over de Baïse. Ineens horen we de plof van een lancering, gevolgd door een harde klap. Later nog één, en nog één. Dan klinkt er bombastische muziek, verlichten gekleurde schijnwerpers het stadskasteel en barst er een vuurwerk los dat iedereen volledig overdonderd. Het kleine Nerac barst uit haar voegen en heeft – net als de andere kleine plaatsjes in dit grensgebied tussen de Baïse en het Canal de Garonne – veel meer in petto dan je op papier zou zeggen.
Zelf varen op een Canal de Garonne?
Bekijk het aanbod op Vakantiesophetwater
Varen in Frankrijk
Alle informatie voor jouw ideale vaarvakantie
Ben je opzoek naar praktische informatie en inspiratie over varen op Frankrijks mooiste rivieren en kanalen? Kijk hier voor een uitgebreid artikel over varen in Frankrijk.